Astrid Cevaal (NOC*NSF): “We ondersteunen clubkader met een platform voor en door bestuurders”

Bestuurders, scheidsrechters en trainers spelen een zeer belangrijke rol in het sportlandschap van Nederland. Een belangrijke rol die ze vaak onbetaald als vrijwilliger uitvoeren. NOC*NSF helpt bij ondersteuning. Astrid Cevaal speelt daar een rol in: “Ik ben projectleider bij het team club kader ontwikkeling. Dus ik hou met bezig met het ontwikkelen van het kader bij clubs. Dan moet je denken aan trainers/coaches, bestuurders en scheidsrechters. Daar gebeurt veel in en daar draag ik mijn steentje aan bij.”

Daarbij staat de vraag centraal wat er nodig is om een club te leiden. “Je wilt je sport goed neerzetten en nieuwe leden aantrekken, daar heb je bepaalde competenties voor nodig.” De meeste mensen rollen een vereniging in via hun hobby. Ze weten zodoende veel van sportspecifieke zaken, maar krijgen in hun rol als bestuurder ook veel te maken met wet- en regelgeving. “Daarmee moet je mensen op weg helpen. Daar  is soms wel wat scholing voor nodig.” NOC*NSF richt zich in eerste instantie op de bonden. Die kunnen de kennis vervolgens weer verder delen met verenigingen. “Wij supporten de bonden en die supporten op hun beurt de clubs.”

Een online platform voor en door bestuurders

Dat betekent dat de thema’s die worden aangepakt vaak generiek zijn. Denk bijvoorbeeld aan het creëren van een veilige sportomgeving, door het aanstellen van een vertrouwenscontactpersoon. “Wij stellen richtlijnen op en die delen we met al onze bonden. Zij kunnen dat op hun beurt dan weer doorzetten. We willen echt alle bonden supporten. Kleine bonden kunnen niet alles zelf uitvinden, dus dat probeer je aan te leveren. Op veel fronten kunnen wij echt helpen.”

Een mooi voorbeeld van ondersteuning is het platform Eén Tweetje. Een initiatief van de KNVB. “Een online platform voor en door bestuurders. Ik vergelijk het wel eens met een LinkedIn groep. Het is een groep waar mensen onderling vragen kunnen stellen en  best practices kunnen delen. Dat heeft de KNVB opgezet en telt inmiddels zo’n 1200 gebruikers die met elkaar in gesprek kunnen gaan en dingen kunnen delen.”

Een prachtig initiatief dat navolging verdient. Meerdere bonden lieten de NOC*NSF weten ook interesse te hebben in een dergelijk platform. “Het is een mooie tool voor bestuurders om elkaar op te zoeken. Dan hoeven ze niet naar gemeenten of naar de grote bond, maar ze kunnen  elkaar bevragen en kennis delen.”

Geen ruis op de lijn

Cevaal is ermee aan de slag gegaan. Uit een rondvraag bleken zeker vijftien andere bonden interesse te hebben. Dat heeft geresulteerd in een pilot met elf bonden en de gemeente Amsterdam, die het ook een mooi initiatief vond. “We maken wel wat kanalen binnen dat platform: om het sportspecifiek te maken. Vanuit het idee van herkenning. Maar het idee is ook om met groepen te werken rondom een thema: bijvoorbeeld discriminatie. Je meldt je aan bij je eigen tak van sport, als die erbij zit, dan wordt er gecheckt of iemand wel een echte bestuurder is. Je wilt geen ruis op de lijn of wildgroei. We willen gedoceerd beginnen met een kleine groep: wat werkt wel of niet.”

Belangrijk uitgangspunt is een positieve insteek. “Je moet ook goed nadenken over veiligheid/privacy. Om die reden is het belangrijk een een communitymanager te hebben: die moet mee gaan kijken, dingen controleren, maar ook dingen aanjagen. Dat is zeker de helft van het succes. Het gaat vrijwel nooit vanzelf. Je moet ook goede afspraken maken: hoe wil je dat mensen met elkaar omgaan. Dus stel normen en waarden vast. Het moet geen Twitter worden met veel negativiteit. Je moet er dus snel bovenop zitten. Sfeerbeheer is een belangrijk element.”

Mensen moeten echt kunnen vinden wat ze willen

Het lijkt voor de hand te liggen: een platform waar mensen kennis en ervaringen kunnen delen. Toch is het niet eenvoudig om succesvolle voorbeelden te vinden. Daarvoor is het belangrijk dat alles technisch heel goed werkt en dat mensen snel en eenvoudig kunnen vinden waar ze naar op zoek zijn. Voor blijvend succes is delen ook van groot belang. Als mensen alleen langskomen om kennis op te halen, zonder dat ze zelf iets willen delen, dan wordt het een dode boel.

“Mensen moeten er echt kunnen vinden wat ze willen. Daarom willen we ook niet dat de bonden er zelf in gaan posten. Dan is het niet meer van de bestuurders. Het moet voor en door de bestuurders zijn. Behoefte gestuurd. Inspelen op dingen die leven. Daar moeten bestuurders zelf de vragen die leven aan elkaar durven te gaan stellen. Je wilt ook dat mensen meer doen dan halen, maar ook geven en delen. Dat is afwachten of dat gaat werken.”

Het is de bedoeling dat de eerste drie kanalen rond de jaarwisseling live zullen gaan. Begin volgend jaar volgt, als alles goed gaat, de rest. “Dan gaan we het een jaar aankijken. In de zomer zullen we gaan evalueren. En bekijken of we nieuwe bestuurders en meer gemeenten kunnen toelaten. Gemeenten kunnen heel erg helpen met het aanleveren van bestuurders. Maar we willen niet beginnen met die kwantiteit, maar daarmee eindigen” Qua criteria voor succes wordt in eerste instantie vooral gekeken naar gebruikersaantallen. “We willen in kleine bonden zo’n 75 bestuurders actief hebben gekregen en middelgrote bonden 150. Je wilt niet alleen maar luie kijkende mensen, maar ook actieve mensen. Wat dat concreet betekent moet betekend moet nog verder worden uitgewerkt.”

Dit is een interview in de serie Sportinnovatie Talks. Lees, kijk of luister.

Over de auteur(s) van dit bericht:

Journalist bij Fast Moving Targets.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *