Project: Koninklijke Nederlandse Dambond

Iedereen kan dammen

Potje dammen? De drempel om te gaan dammen is laag, want veel is er niet voor nodig. En net als bij schaken kan het spel zelfs virtueel gespeeld worden. Toch kent de dambond een klein ledenaantal, zo’n 4500 dammers zijn aangesloten bij de Koninklijke Nederlandse Dambond. Om te overleven moet het roer om, want de huidige infrastructuur helpt de bond niet verder, concludeert de KNDB. De oplossing wordt dan ook gezocht in het vernieuwen van de sportinfrastructuur rondom de damsport. Dammen 2.0 moet de bond uit het slop halen.

‘De dambond bevindt zich momenteel – oneerbiedig gezegd – onder een laag stof’, het zijn de woorden van de dambond zelf. In een plan wordt de huidige situatie geschets: het ledenaantal is sinds 2002 met de helft verminderd door vergrijzing en de verenigingen zijn niet in staat om te verjongen en te vernieuwen. Interesse voor de sport is er zeker. Zo’n 95.000 mensen dammen in cafés, bibliotheken en op scholen, zo blijkt uit de sportdeelname-index van het NOC*NSF. Alleen de stap om naar een vereniging toe te gaan, blijft groot.

Vooral kinderen voelen zich niet thuis tussen de vergrijsde dammers. De KNDB verandert daarom van koers om in te spelen op de behoeften van (jonge) ongebonden dammers. Daar liggen namelijk kansen voor de bond. Veel kinderen, zo’n 23.000, komen in aanraking met dammen en daarnaast is het goed voor hun ontwikkeling. Scholen besteden veel aandacht aan de zogeheten 21st century skills om kinderen vaardigheden mee te geven die zij nodig hebben in snel veranderende wereld. Bij het ontwikkelen van die vaardigheden kan dammen een belangrijke rol spelen, meent de dambond: “Denk aan kritisch en creatief denken en het oplossen van problemen.”

Van bondsbureau naar community

Om ongebonden jonge dammers te bereiken, gaat de dambond de huidige structuur digitaal organiseren. Om jonge dammers te binden is digitaliseren een pré en voor de huidige dammers een mooie aanvulling, zo redeneert de dambond. Momenteel zijn er wel websites waar men online kan dammen, maar een applicatie die aan de wensen en behoeften van de dammers voldoet, is er nog niet. Door het bouwen van een applicatie kan men dammen waar, wanneer, hoe en met wie zij maar wil. Met het inslaan van deze weg is de dambond niet meer alleen het bondsbureau voor verenigingen, maar dé community voor dammend Nederland.

De applicatie

Het bouwen van een online omgeving gaat niet over een nacht ijs. De bond kiest er dan ook voor op aanraden van de Sportinnovatiestudio om het plan stap voor stap te ontwikkelen, waarbij online dammen de basis vormt voor het bouwen van een community. Fase 1 bestaat daarom uit de technische ontwikkelen van een basisomgeving. Zo moet het mogelijk zijn om off- en online partijen te spelen, een account aan te maken en trainingen te volgen. Feedback ontvangt de bond tijdens de testfase van de gebruikers. Vervolgens wordt het basisplatform gebruikt en aangepast om verschillende doelgroepen te bereiken. De zogeheten ‘look-en-feel’ ziet er voor kinderen anders uit dan voor bijvoorbeeld jongvolwassenen.

En het traditionele bordspel? Gaat dat de ijskast in? Zeker niet. De dambond streeft ernaar om de twee werelden bij elkaar te brengen. Wanneer de app eenmaal draait, wordt de dammer in kaart gebracht: waar, met wie en wanneer speelt hij of zij? Om vervolgens daarop in te spelen. Op die manier worden populaire locaties zichtbaar en kunnen er bij scholen, cafés en bibliotheken toernooien en competities worden georganiseerd.

Focus op scholen

De dambond wil er voor heel dammen Nederland zijn. De vraag van de KNDB: ‘Kunnen we er voor iedereen zijn of moeten we doelgroepen onderscheiden? En wat is daarna de volgende stap?’

Het advies van Roeland Stekelenburg van de Sportinnovatiestudio is om het plan klein te maken. “Dan kun je snel leren van een bepaalde doelgroep en het product aanpassen, zegt Stekelenburg. “In jullie geval kun je op veel manieren waardevol zijn: in de kroeg, het buurthuis. Maar omdat veel kinderen op school kennis maken met dammen en daarna afhaken, zou ik als eerste doelgroep de scholieren kiezen. Om daarna de vijver te vergroten.”

Bijdrage Sportinnovatiestudio

Het blijft niet enkel bij een advies. De Sportinnovatiestudio heeft onderzoek gedaan op scholen en concludeerde dat daar grote kansen liggen, mits het spel ook in een digitale omgeving geleerd en gespeeld kan worden. Ook is met hulp van de Sportinnovatiestudio een technische inschatting gemaakt van de digitale damomgeving.

Vervolg

De KNDB heeft in 2019 een aanvraag bij het innovatiefonds van NOC*NSF gedaan. Na op- en aanmerkingen van het expertpanel zal de bond in 2020 weer meedingen.