Een passend aanbod voor de multisporters
‘Multisporters willen best voetballen, maar niet een jaar lid worden van een vereniging, elke dinsdag trainen en zondagochtend nog eens een wedstrijd spelen’, stelde projectleidster Carlijn Mol in een interview met de Sportinnovatiestudio. Veelal zoekt deze groep zijn heil in de sportschool of trekken multisporters zelf op de bonnefooi met een paar hardloopschoenen. Hoe kan er een passend aanbod gecreëerd worden voor deze groep sporters en hoe kunnen verenigingen multisporters aan zich binden? Daar houdt SportOn zich mee bezig. In dit artikel de stappen die zijn gezet, van idee tot pilot.
De sportwereld verandert
De kartrekker van SportOn is het transititeam van NLsport, een initiatief van de sportbonden en NOC*NSF. Op de website van NLsport zijn de volgende veranderingen in kaart gebracht: de wensen en behoeften van sporters veranderen, de samenleving digitaliseert en het aanbod van commerciële sportaanbieders neemt toe. Verenigingen staan daardoor onder druk. NLsport is stellig: doen we niets, dan loopt het huidige systeem vast.
Een van de veranderingen komt in de jaarlijkse sportdeelname-index naar voren: steeds meer mensen beoefenen meerdere sporten en doen dat vooral flexibel. Nader onderzoek naar de motivatie en kenmerken van de multisporter wijst uit dat het aanbod niet sluitend is. Wat deze groep graag wil: meerdere sporten, waaronder verenigingssporten, uitoefenen op momenten dat het hen uitkomt. Een ander aanbod dus. De potentiële doelgroep is groot, zo’n vier miljoen mensen in Nederland voldoen aan het criteria ‘multisporter’.
Even voostellen… De multisporter is iemand die minimaal twee verschillende sporten per maand beoefent én minimaal één van deze sporten in flexibel (ongebonden) verband beoefent. Hiernaast kan de multisporter dus ook lid zijn van een sportvereniging en/of een abonnement hebben bij een commerciële sportorganisatie. 47% van de multisporters sport maandelijks in verenigingsverband, maar de multisporter sport nog veel meer daarbuiten. Nog wat extra feitjes voor de liefhebbers: in de leeftijdscategorie tussen de negentien en dertig jaar bevinden zich de meeste multisporters, namelijk 48%. Onder de multisporter zijn zwemmen, fietsen, wandelen, voetbal, tennis, yoga en joggen populaire sporten. Opvallend is ook dat het aandeel van multisporters onder hoogopgeleiden het grootst is.
Voor multisporters voegt de sportwereld nog weinig waarde toe, concludeert het transitieteam. Dus pakken zij die handschoen op. Zo functioneert het SportOn-team als matchmaker tussen multisporters en verenigingen met als doel om de georganiseerde sport te helpen met het binden van ongebonden sporters.
Innovation accelerator
Alles zelf doen en op de markt brengen, dat gaat SportOn niet doen. ‘We zijn niet de data driven techies – al zouden we dat wel willen – die met de snelheid en flexibiliteit van een startup een dergelijk concept realiseren’, staat in businessplan van SportOn. SportOn besteedt uit waar haar kracht niet ligt en richt haar pijlen voornamelijk de rol van ‘innovation accalerator’. Dat doen ze op verschillende manieren:
- Content: onderzoek doen naar multisporters en SportOn-partners hierin ondersteunen.
- Netwerk: sportorganisaties verbinden om multisportconcepten uit te rollen over Nederland.
- Technologie: een tussenlaag in de vorm van een platform creëren waar aan de ene kant sportaanbod eenvoudig geplaatst kan worden door sportaanbieders en waar aan de andere kant verschillende partijen dit aanbod eruit kunnen halen en via hun eigen kanalen kunnen wegzetten.
Platform voor multisporters
In een interview met projectleidster Carlijn Mol kwam naar voren waarom voor de rol van matchmaker en acces point is gekozen. “We hebben onszelf de vraag gesteld: waarom doen we dit? Nou, vooral om verenigingen en multisporters met elkaar te matchen. Om dat te testen, draaien we een pilot in Rotterdam. Tijdens de pilot kunnen de sporters deelnemen aan verschillende sporten. Dat monitoren we vervolgens met een kwaliteitsfilter om te kijken of het inspeelt op de wensen van de doelgroep.”
De pilot is sinds 23 september live en daarmee ook het platform. Multisporters worden op het platform geënthousiasmeerd om losse trainingen te volgen en zichzelf uit te dagen. Een greep uit het aanbod: badminton, hardlopen, waterpolo, trimhockey en zwemmen. In totaal worden er twintig sporten aangeboden bij zevenendertig verschillende aanbieders. Inloggen doet men via het sportprofiel van het NOC*NSF waarna de sporter wordt terugverwezen naar het platform.
SportOn onder de loep
De Sportinnovatiestudio wierp een blik van buiten op SportOn en keek op verzoek van het initiatief naar de sterke en zwakke punten van het project.
“Een aantrekkelijk concept”, noemt Erwin Blom (Sportinnovatiestudio) het. “De omgeving is fijner dan een proefles bij een vereniging. Daar krijg je meteen het gevoel dat je aanbelt op een feestje waar je niemand kent.” Ook Roeland Stekelenburg van de Sportinnovatiestudio ziet veel kansen voor sportverenigingen om sporters te binden. “Al is het vooral gericht op commerciële aanbieders, dit is hun domein. Zij hoeven in tegenstelling tot sportverenigingen niet veel extra’s te ondernemen.”
Daar ligt de uitdaging volgens beide heren. ‘Als je het vanuit verenigingsperspectief bekijkt: de secretaris krijgt een mailtje en die moet halsoverkop trainers bellen, een veldje regelen, etc. Ze hebben al genoeg problemen met leden en vrijwilligers die teruglopen. Dit komt er bovenop. Aan de andere kant moet je er niet aan gaan trekken bij verenigingen, de voorwaarden zijn duidelijk.’
Er komen een aantal tips naar voren om het project nog meer kans van slagen te geven. Stekelenburg: “Ik zou niet afwachten tot de pilot in Rotterdam is afgelopen en dan pas evalueren. Ik zou nu al een vervolgproject opstarten waarbij je de bonden betrekt om verenigingen zo ver krijgt om van dit platform gebruik te maken. En wat moet daar dan voor gebeuren? Dat zou ik geïnventariseerd willen hebben.”
Daarnaast vraagt hij zich af of het aanbod wel omvangrijk genoeg is. “Een vereniging kan alleen zeggen: we hebben donderdagavond tussen zes en acht plek, maar dat is veel te weinig. Dan zijn er meer commerciële aanbieders nodig of flexibeler aanbod van de verenigingen. Ik ben bang dat het aanbod niet genoeg is. Er moet een groei-target zijn. Vijftig aanbieders per maand erbij!”, zegt hij.
Eerste resultaten
Dat de uitdaging ligt bij het meekrijgen van verenigingen wordt duidelijk tijdens het interview met Carlijn Mol. ‘Ga vooral experimenteren!’, geeft zij als boodschap mee aan verenigingen. Maar word die boodschap ook enthousiast ontvangen? “De eerste reactie van verenigingen is vaak positief. Ze zien de voordelen, maar als er daadwerkelijk aanbod, mensen en een tijdslot voor nodig is, dan schuurt het weleens. Dan blijkt het in de praktijk een stuk moeilijker. Een aansprekend voorbeeld is het aanbod van schermen. De vereniging zegt: voordat je in de weer gaat met een zwaard, moet je eerst twee uur werken aan je voetenwerk. De multisporter zit daar eigenlijk niet op te wachten, die wil gaan prikken. Het aanbod moet gericht zijn op de multisporter.”
Ook tijdens de bijeenkomst van de Sportinnovatiestudio over verdienmodellen is de projectleidster van SportOn aanwezig. Daar deelt zij wat ervaringen van de eerste pilotweek in Rotterdam. “De verenigingen meekrijgen, is de grootste uitdaging. Er is nu een pilot in Rotterdam gestart. Wat je dan hoort is dat iemand komt sporten bij SportOn, maar dat er iemand van de club reageert: ‘Wat is dat, SportOn?’ Die cultuuromslag moet echt gemaakt worden.”
Tijdens de innovatietafel, die in het teken staat van verdienmodellen, krijgt Mol nog een aantal tips mee voor alternatieve businessmodellen. Zo stelt een van de aanwezigen voor om zzp’ers te plaatsen bij verenigingen, omdat je dan niet afhankelijk bent van goedwillende vrijwilligers die al veel op hun bordje hebben. Daarnaast stelt Stefan Verkerk (WeTransfer) voor om meer te vragen voor de sportlessen. Het bedrag – nu tussen de €7,50 en €12,50 – kan wat hem betreft flink omhoog, als het geld maar terugvloeit in het project. “Dat is de brandstof om het project te laten slagen”, aldus Verkerk.

Lees verder

Lees verder

Lees verder

Lees verder