Om sportblessures optimaal te kunnen behandelen bedachten de fysiotherapeuten Igor Tak en Rob Langhout tijdens hun promotietraject een onderzoek dat hen kon helpen. Daarvoor moesten ze indertijd sporters meenemen naar een gespecialiseerd ziekenhuis in het zuiden van het land. “Dat gaf veel logistieke problemen. Toen dachten we: wat zou het toch fijn zijn als we een mobiel bewegingslab zouden hebben, zodat we het lab naar het sportveld zouden kunnen brengen”, aldus Tak. Dat was het begin van de ontwikkeling van SportsLapp.
Het systeem werkt met een iPad, een paar sensoren en een camera. “Zo heb je een mobiel bewegingslab waarmee je zowel data als videobeelden verzamelt. Dat heeft een aantal voordelen: het is mobiel en je kunt veel makkelijker aan de sporter laten zien waar de behandelaar naar kijkt. Zo kunnen we de technologie makkelijker en sneller beschikbaar maken voor de mensen in het veld.”
Langhout geeft een praktisch voorbeeld: “Het is bijvoorbeeld bekend dat sporters met een kruisbandoperatie na een jaar nog steeds asymmetrie in de spierkracht vertonen, terwijl ze al wel weer klachtenvrij op het veld lopen en uitstekend voldoen aan de normen. Maar zodoende hebben ze wel een risico om een andere blessure te ontwikkelen. Met ons systeem kun je de snelheid van bewegingen in kaart brengen en direct zien waar het probleem ligt. Dus dan zie je een verband tussen een liesblessure en een oude knieblessure. Daar heb je heel veel aan.”
Algoritmen die de data automatisch interpreteren
SportsLapp maakt daarbij ook gebruik van kunstmatige intelligentie. Data scientist en bewegingswetenschapper Maarten Gijssel, ook betrokken bij het project: “Het lezen van data is redelijk complex en niet erg klantvriendelijk. Je hebt vaak niet met een paar drukken op de knop wat je wilt weten als therapeut.”
Behandelaars zijn altijd op zoek naar de kern van wat ze moeten behandelen. “We kunnen van alles meten zoals kracht en lenigheid, maar de factoren timing en coordinatie, versnelling en vertraging dat zijn net de missende stukjes die je vanuit de data ook goed inzichtelijk kunt maken. Doordat het zo complex is kunnen AI-technieken daar aan bijdragen. Wij creëren algoritmes die de meting automatisch voor je interpreteren. Dus je wordt geholpen als clinicus om de juiste diagnose te stellen.”
SportsLapp richt zich op een brede doelgroep. Het zijn niet alleen de topsporters die geholpen zullen zijn met het mobiele lab. “De fysiotherapeut die veel met sporters werkt en moet beslissen of iemand het veld weer op mag. Dat moet je ook met een trainer en een coach overleggen. Ik denk dat de techniek een middel gaat worden voor al die partijen om met elkaar in gesprek te gaan. Wat zie je met het blote oog, wat kunnen we meten en hoe komt dat samen. Dus fysiotherapeuten, trainers, maar ik kan me ook voorstellen dat we samen met sportartsen naar patiënten gaan kijken of orthopedisch chirurgen. Ik denk dat de technologie interessant is voor mensen die echt geïnteresseerd zijn in het bewegend functioneren van de mens. Dus het is domeinoverschrijdend.”
Vertrouwd raken met het systeem
Vooralsnog bevindt SportsLapp zich nog in de betafase. Het systeem is nog nergens te koop, maar wordt wel met o.a. bevindingen uit het hockey fijngeslepen. Langhout: “Je moet vertrouwd raken met het systeem en je moet kennis hebben van de biomechanische grondbeginselen, maar ook van de techniek. Het is niet alleen de hardware, maar ook intelligentie: mensen moeten snappen waar het om gaat.” Over het algemeen zijn sporters die met het systeem te maken krijgen erg enthousiast: zij willen beter worden en SportsLapp kan daarbij helpen.
Hoewel de ontwikkeling veel tijd kost en er dus nog geen cent mee verdiend wordt, zijn de drie founders enthousiast over de potentie. Langhout: “Het oorspronkelijke idee staat nog steeds overeind. We moeten het grote logge laboratorium naar de sporter brengen en daar zijn we nog steeds heel blij mee, want het werkt. Waar we onder meer tegenaan lopen zijn de kinderziektes van de technologie. Daar hebben we zelf geen verstand van en moeten we uit handen geven. Dat kost veel meer energie en tijd dan we aanvankelijk dachten.”
Tak: “Voor mij is het belangrijk dat mensen die ooit een blessure hebben gehad duurzaam kunnen terugkeren. Dan heb je het over grote aantallen. Jaarlijks worden alleen al tussen de 8000 en 9000 kruisbanden gereconstrueerd en veel mensen krijgen daar later toch weer last van: opnieuw een blessure. Dat komt doordat de revalidatie suboptimaal is. Dus we moeten ons beter laten informeren door data. We spreken niet alleen over topsporters, maar ook de breedtesport.”
Over de auteur(s) van dit bericht:
Journalist bij Fast Moving Targets.